In interviews zegt Thomas Roosenboom dat hij zich bij het schrijven van zijn nieuwe roman, Zoete mond, wat meer door gevoel en intuïtie heeft laten leiden en wat minder door een minutieus vooraf opgestelde plan. Wat bijvoorbeeld bij Publieke werken en De nieuwe man wel het geval was. Misschien dat die andere werkwijze zijn nieuwe roman toch wat minder maakt dan de vorige. Ik herinner me van die twee genoemde romans dat de strak gecomponeerde verhaallijnen me dwars door het boek trokken. Bij lezing van Zoete mond miste ik het leidende handje toch een beetje. Het conflict tussen de licht autistische dierenarts en de uitbundige excentriekeling Jan de Loper komt ook niet echt tot een hevige climax, vind ik. Terwijl ik het geloop van de wereldvreemde dierenarts achter een witte walvis aan, niet zo goed kan plaatsen. Ik heb wel weer genoten van Roosenbooms stijl; wat minder archaïsch, maar wel weer een proeve van buitengewone taalbeheersing. Het gedoe van die twee schlemielige, wat kinderachtige hoofdpersonen, heeft me minder geboeid dan de gebeurtenissen in eerdere romans van Roosenboom.
vrijdag 18 september 2009
Zoete mond
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten