Wat de meeste genomineerden op de longlist voor de Bookerprize dit keer in ieder geval gemeen hebben, afgezien dus van de te verwachten literaire kwaliteiten, is de kwaliteit van het omslag. Dat valt mij tenminste op als ik naar de plaatjes kijk. Klik hier en oordeel zelf. Opvallend is dat J.M. Coetzee weer op de longlist staat. De Zuid-Afrikaanse schrijver won twee keer eerder deze meest prestigieuze literaire prijs in het Engelse taalgebied. En nog opvallender aan zijn nominatie is het feit dat het desbetreffende boek in Engeland nog uit moet komen! In Nederland is Summertime, Zomertijd dus, al te verkrijgen. Het is al vaker gebeurd dat de Zuid-Afrikaan eerst in Nederlandse vertaling uitkomt. Ons bescheiden oordeel over Zomertijd leest u binnenkort in dit theater.
dinsdag 28 juli 2009
Bookerprize
maandag 27 juli 2009
De kleine keizer
Zes miljoen man sneuvelden in de Napoleontische oorlogen en de meesten voor niks. Desalniettemin spreekt de man die ze het slagveld op stuurde, Napoleon Bonaparte, (1769-1821) voor velen nog steeds tot de verbeelding. Ook voor mij. De passie voor de kleine keizer gaat echter niet zo ver als die van Martin Bril (1959-2009). Bril schreef De kleine keizer. Een boeiend verslag van zijn passie voor Napoleon, van begin tot eind. In hapklare brokken opgediend. De hoofdstukjes zijn wat langer dan zijn columns en in een vergelijkbare stijl geschreven. Met die typische Brilliaanse hakblokzinnetjes er tussendoor: 'Ter zake'. 'Schrijven kon hij'. 'De reis was lang'. Gelukkig vergeet Bril niet stil te staan bij, of liever gezegd: langs, de Napoleonbaan. Heb er zoveel kilometers vloeken verbijtend achter trekkers gereden dat-ie voor mij gerust afgegraven zou mogen worden, maar na Brils mooie woorden, ach, laat maar. De A73 ligt er nu toch. Mooiste beeld? Nappie op Sint Helena. Het verre eiland waar hij in ballingschap de laatste jaren van zijn leven slijt. Napoleon die in een van zijn twee bedden ligt - hij wisselde 's nachts altijd van bed - en aan het behang ligt te likken. Omdat in de behanglijm arsenicum was verwerkt en het leven de kleine grote man weinig meer te bieden had. Hoeft niet waar te zijn om toch geloofd te worden.
dinsdag 21 juli 2009
Kolyma
Zelden dat ik een uitstapje maak naar het genre van de thriller. Maj Sjöwall en Per Wahlöö, de serie van die twee heb ik wel ademloos uitgelezen, al is het niet in de juiste volgorde. Per ongeluk kwam ik een paar jaar geleden in Kind 44 van Rob Tom Smith terecht. Toen ik halverwege een blik op de flap wierp en las dat het om een literaire thriller ging - in plaats van de achterflap, die ik niet vertrouw want geschreven door uitgevers die boeken willen verkopen, lees ik in de boekwinkel altijd de eerste bladzijde en als die me het boek intrekt, loop ik naar de kassa - was ik al lang in de ban. Goed geschreven en een ijzersterke plot. Maar voor mij belangrijker was het decor. Niet de straten van Chicago of een cottage in Kent, maar het ruwe Rusland onder het juk van Stalin. Waar een misdaad als de moord op 44 kinderen door het regiem werd ontkend. Want onder het communisme bestond criminaliteit niet zoals we allemaal weten. Halsreikend keek ik uit naar de opvolger van Kind 44. En nu ligt het in de boekhandel: Kolyma. Uiteraard bij de afdeling spanning, maar ik heb het toch weten te vinden. Eerst het slechte nieuws: het is abominabel geredigeerd. Typefouten. Slordigheden. Een hoofdstuk begint zelfs met 'Vijf jaar later' terwijl het maar vijf maanden zijn. Zette me toch effe op het verkeerde been. Maar voor de rest: weer een indrukwekkend boek. Iets meer overdrijving in het plot, maar dat hoort zo in dit genre, zullen we maar zeggen. Wraak- en schuldgevoelens vechten om voorrang. Zelfde hoofdpersoon, zelfde spanning en weer een plot vol verrassingen. Speelt na de dood van Stalin in 1956 maar dat doet niets af aan de ernst van de wederwaardigheden waaraan de hoofdpersoon wordt blootgesteld. Wie overigens wil weten hoe het er echt aan toeging in de wrede kampen van Kolyma, leest Berichten uit Kolyma van Varlam Sjalamov. De werkelijkheid weet fictie altijd nog te overtroeven.
zondag 12 juli 2009
Vinkenoog
Simon Vinkenoog is niet meer. In de vroege zondagochtend van 12 juli 2009 blies hij zijn laatste adem uit. Een hersenbloeding is de sympathieke, vrijgevochten dichter fataal geworden. Hij stelde in 1951 de dichtbundel Atonaal samen; dat markeerde het begin van de Vijftigers. Behalve gedichten schrijven, kon hij ze ook brengen als geen ander. Als eerbetoon volgt hier het heel toepasselijke Wij zijn, uit 1957:
Wij zijn
Als de vlugge voetstap van de halsmisdaad,
als het bitterzoete wachten,
als de pijn van alleenzijn;
zonder reden. Radeloos en reddeloos,
beterwetend, alleswetend, nietswetend.
Woorden blijven in de handen steken,
speeksel verjaart in de mond,
klein vergif en rood verraad.
Nu zal het avondmaal smaken als gal,
en de kleine bruine minderheden in ons bloed
zullen vechten om vrijheid,
en de daad wordt verdaagd, en het woord wordt verdacht.
Nu zal het bloed blijven steken
en de hartklop wordt onhoorbaar.
Nu eindigt dit leven, nu nadert het leven,
hier staan wij naakt,
hier staan wij waar.
(uit: Onder (eigen) dak. Gedichten, Stols, Den Haag, 1957)
zaterdag 11 juli 2009
Laagland
Cricket is nooit mijn ding geweest. Die gekke paaltjes, dat malle slaghout en die oer-Engelse rituelen eromheen. In Laagland van Joseph O'Neill, een Ierse New Yorker met Nederlandse inslag, speelt cricket een grote rol. Hoofdpersoon Hans van den Broek ontmoet in New York, het New York van na nine eleven, een opmerkelijke man die van plan is in de wereldstad een cricketstadion te bouwen. Dat ontheemde buitengesloten gevoel dat je bekruipt als je als leek naar zo'n cricketwedstrijd kijkt, dat bekroop me tijdens het lezen van die goed geschreven roman ook af en toe. Waar gaat het eigenlijk over? Over een gemankeerde relatie, zeker wel. Over de angst van na de aanslagen op het World Trade Centre, zeker ook. Over de rusteloosheid van een carrièreman in een wereldstad. Maar naar een thema dat die motieven een beetje fatsoenlijk bindt, is het zoeken in Laagland. Probleem is ook dat de suggestie van intrige en plot, verbonden aan het lot van een cricketmaniak die dood in een New Yorks kanaal komt bovendrijven, niet verder dan die suggestie komt. Zo'n spanningsboog die al niet te strak gespannen is, die als een te vaak gebruikt stukje postbode-elastiek dat in weer en wind aan een fietsstuur heeft gehangen verkruimelt als je het weer eens om een stapeltje post wilt spannen.
Abonneren op:
Posts (Atom)