zaterdag 11 juli 2009

Laagland


Cricket is nooit mijn ding geweest. Die gekke paaltjes, dat malle slaghout en die oer-Engelse rituelen eromheen. In Laagland van Joseph O'Neill, een Ierse New Yorker met Nederlandse inslag, speelt cricket een grote rol. Hoofdpersoon Hans van den Broek ontmoet in New York, het New York van na nine eleven, een opmerkelijke man die van plan is in de wereldstad een cricketstadion te bouwen. Dat ontheemde buitengesloten gevoel dat je bekruipt als je als leek naar zo'n cricketwedstrijd kijkt, dat bekroop me tijdens het lezen van die goed geschreven roman ook af en toe. Waar gaat het eigenlijk over? Over een gemankeerde relatie, zeker wel. Over de angst van na de aanslagen op het World Trade Centre, zeker ook. Over de rusteloosheid van een carrièreman in een wereldstad. Maar naar een thema dat die motieven een beetje fatsoenlijk bindt, is het zoeken in Laagland. Probleem is ook dat de suggestie van intrige en plot, verbonden aan het lot van een cricketmaniak die dood in een New Yorks kanaal komt bovendrijven, niet verder dan die suggestie komt. Zo'n spanningsboog die al niet te strak gespannen is, die als een te vaak gebruikt stukje postbode-elastiek dat in weer en wind aan een fietsstuur heeft gehangen verkruimelt als je het weer eens om een stapeltje post wilt spannen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten