Simon Vinkenoog is niet meer. In de vroege zondagochtend van 12 juli 2009 blies hij zijn laatste adem uit. Een hersenbloeding is de sympathieke, vrijgevochten dichter fataal geworden. Hij stelde in 1951 de dichtbundel Atonaal samen; dat markeerde het begin van de Vijftigers. Behalve gedichten schrijven, kon hij ze ook brengen als geen ander. Als eerbetoon volgt hier het heel toepasselijke Wij zijn, uit 1957:
Wij zijn
Als de vlugge voetstap van de halsmisdaad,
als het bitterzoete wachten,
als de pijn van alleenzijn;
zonder reden. Radeloos en reddeloos,
beterwetend, alleswetend, nietswetend.
Woorden blijven in de handen steken,
speeksel verjaart in de mond,
klein vergif en rood verraad.
Nu zal het avondmaal smaken als gal,
en de kleine bruine minderheden in ons bloed
zullen vechten om vrijheid,
en de daad wordt verdaagd, en het woord wordt verdacht.
Nu zal het bloed blijven steken
en de hartklop wordt onhoorbaar.
Nu eindigt dit leven, nu nadert het leven,
hier staan wij naakt,
hier staan wij waar.
(uit: Onder (eigen) dak. Gedichten, Stols, Den Haag, 1957)
zondag 12 juli 2009
Vinkenoog
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten